Ga naar de inhoud

Hoe is de naam ‘pindakaas’ ontstaan?

Het staat vast wel in je keukenkastje, een potje met pindakaas. Je smeert het lekker op je boterham, maakt er een lekkere reep van of eet het gewoon zo, lekker uit de pot. Pindakaas of pindaspread is verkrijgbaar in vele soorten en smaken. Kies je voor een gladde pindakaas of peanut butter? Of eet je liever pindakaas met stukjes noot? Hoe dan ook, al jaren is pindakaas een begrip in Nederland. Alleen, wat is dat toch met de naam? Er zitten pinda’s in, dat klopt, maar waar komt het woord kaas dan vandaan?

De oorsprong pindakaas en peanut butter

De eerste pindakaas of pindaspread, ontstond aan het einde van de 19de eeuw, in Amerika. In die tijd was er in de Verenigde Staten een groot overschot aan pinda’s. In 1893 ontwikkelde John Harvey Kellogg de eerste smeerbare pindapasta. Bij het maken van pindaolie, ontstaat er een bijproduct. Om te zorgen dat alle pinda’s zo efficiënt mogelijk gebruikt werden, besloot John Harvey Kellog om een smaakvolle en smeerbare pindapasta te maken van dat bijproduct.

Natuurlijk was dat niet de eerste keer dat iemand had bedacht dat van pinda’s een pasta of spread gemaakt kon worden. Ons pindasmeersel kent een veel langere geschiedenis. Al 3000 jaar geleden aten de Indianen mengsels van fijngestampte pinda’s.

Pinda en boter

Toen pindakaas in 1948 op de Nederlandse markt kwam, kreeg het niet direct deze naam. In het Engels noemen ze onze pindakaas of pindaspread, peanut butter. De vertaling van de woorden peanut en butter zijn pinda en boter. Je zou denken dat we het dan toch gewoon pindaboter kunnen noemen.

Dat is waar het probleem van de naam ontstond. Niet zozeer bij de pinda’s maar bij de boter. In Nederland was de naam boter een beschermde naam, en mocht alleen gebruikt worden voor echte roomboter. Dit was om verwarring met margarine te voorkomen. Hoe moest ons pindasmeersel dan wel gaan heten?

De keuze voor het woord kaas

Pindakaas is niet het enige broodbeleg in Nederland met de naam kaas, terwijl het geen kaas is. Na veel denkwerk kwamen de makers van pindakaas uit bij een ander product met het woord kaas, de leverkaas. Ondanks dat deze worst totaal niet op pindakaas lijkt, maar wel de naam kaas draagt, bracht het makers op een idee. Aangezien leverkaas ook smeerbaar, kon voor onze pindaspread ook het woord kaas gebruikt worden.

Waar vindt de naam ‘pindakaas’ zijn oorsprong?

Voor de mogelijke oorsprong van het woord pindakaas, komen we terecht in Suriname. Daar hadden ze dan niet de smeerbare variant die wij kennen, maar wel een blokvormige en cakeachtige pindamassa. Om dit te kunnen eten, werd er net als bij kaas, plakjes van gesneden. De Surinamers noemde dit gerecht: pienda-dokunnu

Naar zeggen, heeft de Duitse zendeling, C.L. Schumann, dit Surimaanse woord vertaald naar Pinda-Käse. Omdat het woord -kaas wel is toegestaan, is dit verduitste woord uiteindelijk onze pindakaas geworden. Waar de naam pindakaas volgens oorsprong echt vandaan komt, is niet helemaal duidelijk. Wel is het zo dat in 1872 het woord pindakaas staat vermeld in een Surinaamse krant.

Geef een reactie